Marcel Hendriks • 29 mei 2022
Werven voor Defensie is nu zwemmen tegen de stroom in.
Defensie kampt al jaren met te veel vacatures. De instroom blijft structureel achter en dat bijt extra nu Defensie weer kan groeien. Er is ook geen zicht op verbetering omdat Defensie moet werven op een arbeidsmarkt die steeds krapper wordt. Een beter aanvangssalaris helpt hooguit de problemen niet groter te laten worden dan ze nu al zijn. Want wat biedt je een aspirant militair op de langere termijn? Er zijn jongeren die in bitcoins beleggen in de illusie dat ze dan misschien later een huis kunnen kopen. Wachten op een sociale huurwoning in de regio waar Defensie je te werk stelt, is ondoenlijk gelet op de wachtlijsten. En bij overplaatsing sta je weer achteraan!
Kortom, als je solliciteert bij Defensie dan kies je voor een baan die je veroordeelt tot elke dag uren in de file of een weekendhuwelijk. En als je dat voor Defensie over hebt dan is het nog maar de vraag wat je echtgenote daar van vindt.
Defensie werkt aan rigoureuze plannen om het vastgoed te concentreren, te verduurzamen en te vernieuwen. Hoognodig omdat daar jarenlang te weinig in is geïnvesteerd. Maar ook omdat het in lijn moet worden gebracht met Rijksbrede afspraken om het energiegebruik terug te dringen. Nadrukkelijk wordt daarbij gezegd dat sluiting van bestaande complexen ook aan de orde is. Los van alle regionale en individuele bezwaren waar sluiting op stuit, blijft de vraag wat Defensie met de vrijgekomen locaties gaat doen.
Twee vliegen in één klap: ga bouwen voor jonge militairen en hun gezinnen.
Afstoten ligt het meest voor de hand en aan geïnteresseerden zal het niet ontbreken. Maar in Nederland is elke vierkante meter goud waard en er beter (een tijdje) mee verlegen zitten dan om verlegen. Vrijgekomen ruimte zou in een aantal gevallen ook heel goed kunnen worden gebruikt voor woningbouw voor militairen: starterswoningen en gezinswoningen. Want als je aspirant militairen met iets over de streep kunt trekken, is het vooruitzicht op een woning. Wonen in de buurt waar je werkt, heeft het bijkomende voordeel dat Defensie ook bijdraagt aan de doelstelling in het Energieakkoord om in 2030 het aantal werkgerelateerde kilometers met de helft terug te brengen. Tot nu toe heeft Defensie daarin nog geen enkele stap gezet.
Defensie heeft in tegenstelling tot veel andere landen geen 'married quarters'. Dat was ook niet nodig want Nederland had met haar woningbouwverenigingen altijd een adequate woningvoorraad voor de lagere inkomens. Die tijd is helaas voorbij en de problemen zullen eerder groter worden dan kleiner. Als Defensie op de steeds krapper wordende arbeidsmarkt relevant wil blijven, moet het op vrijgekomen locaties woningen voor militairen bouwen.
Een mooi voorbeeld waar dat zou kunnen, is de regio Arnhem. Daar wil Defensie de huidige drie locaties, waaronder de Oranjekazerne, samenvoegen tot één complex op de voormalige
vliegbasis Deelen. Spijtig voor de boeren die daar nu nog defensiegrond pachten, maar verstandig met het oog op de uitdagingen waar Defensie en Nederland voor staan. Maar wat te doen met de vrij te komen Oranjekazerne? Defensie is er nog niet weg of de lokale politiek wil het al 'teruggeven aan de natuur'. Dat klinkt sympathiek, maar is verkeerd. Ga bouwen voor (jonge) militairen en hun gezinnen. Biedt ze perspectief op een woning en draag bij aan het halveren van de werkgerelateerde kilometers.
Moeilijk? Elke projectontwikkelaar kan je uitleggen hoe dat moet. Investeren in woningbouw voor defensiepersoneel laat zich waarschijnlijk ook snel terugverdienen.
Tijd dat Defensie een eigen én maatschappelijk probleem aanpakt.
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, zei onlangs dat statushouders bij toewijzing van sociale huurwoningen voorrang moeten krijgen. Een controversiële uitspraak die begrijpelijk veel stof deed opwaaien. Beter dan voor onrust zorgen, zou Hugo de Jonge eens met zijn collega van Defensie moeten gaan praten. Wat kan Defensie doen aan de woningmarkt en tegelijkertijd haar eigen belangen dienen.
foto: de Oranjekazerne