Marcel Hendriks • 10 mei 2022
Hoe belangrijk energiezekerheid voor de veiligheid van het Westen is, is nu wel bij iedereen ingedaald: kilowatten zijn de kogels van de toekomst. Maar hoe komen we van fossiele brandstoffen af zonder aan gevechtskracht in te boeten? Defensie moet helaas van ver komen: zelfs bij gelijkblijvend budget blijft het gebruik nog toenemen. Defensie heeft nu geen adequaat beleid, noch plan om bij te dragen aan de nationale doelstellingen om in 2030 55% minder CO2 uit te stoten. Hopelijk gaat de D66-minister daar in haar aangekondigde defensienota verandering in brengen.
Extra geld voor de ontwikkeling van (bijna) emissieloze schepen?
Desondanks heeft de Koninklijke Marine de ambitie om bij te dragen aan het Maritieme Masterplan. De voorzitter van Nederland Maritiem Land, Rob Verkerk, maakte echter onlangs bekend dat de aangevraagde subsidie om de sector te verduurzamen, er voorlopig niet komt. Al heeft hij de hoop nog niet opgegeven en spreekt hij vooralsnog van een aanzienlijke vertraging. Een grote teleurstelling voor de sector met mogelijk ook gevolgen voor het plan om tien ondersteuningsschepen van de Koninklijke Marine (bijna) emissieloos te maken.
Hopelijk wordt het extra geld waarover Defensie nu beschikt, ingezet om die ambitie toch overeind te houden. Niet alleen om het momentum in de maritieme sector vast te houden maar ook omdat het in het belang is van onze veiligheid. En als investeren in alternatieve technieken/brandstoffen zich ergens laat terugverdienen dan is het wel bij marineschepen. Die gaan wel 40 jaar mee. Dan zijn fossiele brandstoffen erg schaars en bijna onbetaalbaar.
Small Modular Reactors (SMR)
Het bouwen van nieuwe, grote kerncentrales duurt niet alleen erg lang, maar is ook enorm kostbaar. Kleinere, modulaire installaties die grotendeels in fabrieken worden gebouwd en dan op locatie in elkaar worden gezet, lijken de toekomst te hebben. Het Verenigd Koninkrijk draagt 18 miljoen pond bij aan de ontwikkeling van Small Modular Reactors (SMR's) met een vermogen tot 400 Mw. Het Pentagon heeft onlangs twee bedrijven aangewezen die verder gaan werken aan de ontwikkeling van verplaatsbare SMR's met een vermogen van 1 tot 5 MW.
Het kamerlid Henri Bontebal (CDA) pleitte er onlangs voor dat ook Nederland toepassing van SMR-technologie onderzoekt. Hopelijk wordt dit voorstel opgepakt en gaan overheid, industrie en kennisinstellingen er mee aan de slag. Belangrijk is dat daarbij ook Defensie instapt. Uiteindelijk is SMR-technologie niet nieuw. Buitenlandse marines varen al tientallen jaren met nucleair aangedreven schepen: veilig en betrouwbaar. In de jaren zestig zijn er zelfs een aantal Nederlandse marineofficieren opgeleid om te gaan varen op eigen (niet gebouwde) nucleaire onderzeeboten. Inbreng van Defensie is niet alleen nuttig met het oog op de technisch/logistieke kennis waar Defensie over beschikt, maar ook opdat de toekomstige vloot er mogelijk gebruik van kan gaan maken.
Minister, stel de marine in staat om bij te dragen aan de nationale energiedoelstellingen.
Als het gaat om energie- en veiligheidsvraagstukken heeft Defensie het er tot nu toe lelijk bij laten zitten. De nieuwe minister kan daar verandering in brengen. Concrete stappen zijn bijvoorbeeld het doorgaan met het plan voor tien (bijna) emissieloze schepen. Maar ook belangrijk is het omarmen van het SMR-initiatief van het CDA en daarbij dan zorgen voor een adequate defensie inbreng. Als de Marine serieus aan beiden kan (blijven) bijdragen, straalt dat af op de hele Ministerie van defensie.
foto Marine Nationale: het nucleaire aangedreven Franse vliegdekschip Charles de Gaulle