Artikelen 

Aktueel

Lees ook artikelen van Marcel Hendriks in Trouw
door Marcel Hendriks 23 maart 2025
Europa gaat enorm investeren in Defensie, nodig om de Russen buiten de deur te houden en omdat we niet langer verzekerd zijn van Amerikaanse steun. De Europese Unie wil de komende jaren 800 miljard euro extra aan Defensie uitgeven en Nederland wil groeien naar tenminste 3% van het BBP, de helft meer dan wat we nu al uitgeven. Dat is los van het geld dat in de nationale begroting moet worden gevonden een enorme opgave, voor Defensie en voor Nederland. Demografische beperkingen Defensie wil groeien naar 200.000 medewerkers en de politiek speelt zelfs met de gedachte de dienstplicht weer in te voeren. Die extra mensen zijn op het eerste gezicht ook nodig, maar wensdenken lijkt het van de realiteit te winnen. Door de demografische onbalans (niet-werkenden, werkenden) zullen alle sectoren, industrie, zorg, onderwijs, et cetera, de komende decennia er alles aan doen om schoolverlaters binnen te halen en uitstroom tegen te gaan; nodig om Nederland draaiende te houden. Dat Defensie langdurig een voorkeurspositie op de arbeidsmarkt wordt gegund of weet te bevechten, is hoogst twijfelachtig. Dat forceren, kan zich ook weer snel tegen Defensie gaan keren. Toenemende energieafhankelijkheid Nu we de Russische energie in de ban hebben gedaan, niet te afhankelijk willen worden van Arabische sjeiks en de Verenigde Staten niet langer onze betrouwbare bondgenoot zijn, neemt onze strategische kwetsbaarheid toe. Het gebrek aan energiezekerheid ondermijnt onze economie en zal op den duur ook onze krijgsmacht verzwakken: de wapensystemen die we nu aanschaffen, diesel en kerosine grootverbruikers, blijven nog dertig tot veertig jaar operationeel. Nederland is kwetsbaarder dan andere Europese landen omdat we gewoonweg de ruimte niet hebben voor grootschalig opwekking van duurzame energie en het investeren in nucleaire energie politiek-maatschappelijk lastig blijft en veel tijd zal vergen. Ruimtelijke beperkingen Een andere beperkende factor is het gebrek aan ruimte. Defensie heeft in de jaren negentig veel vastgoed en terreinen afgestoten en is nu op zoek naar nieuwe, grote locaties. Dat is op zich logisch, maar de ruimte is beperkt en iedere vierkante kilometer wordt al benut, is juridisch al vastgelegd en zal als een leeuw worden verdedigd. Dat terwijl er de komende decennia mogelijk nog een paar miljoen niet-Nederlanders bijkomen. Dan zijn er nog de andere beperkende factoren zoals geluidsoverlast, stikstof, netcongestie, etc. De huidige discussies over waar F35s gestationeerd moeten worden, waar nieuwe munitie-opslag moet komen, waar de nieuwe megakazerne gebouwd moet worden, is nog maar een opmaat voor wat ons op dat gebied allemaal te wachten staat. Daar kan je alles van vinden, maar is wel de realiteit. Groeien naar 3% BBP vraagt om een Europese aanpak en een nieuwe defensienota De Defensienota 2024 had een half jaar geleden deze ontwikkelingen nog niet kunnen voorzien en houdt helaas nog te veel vast aan “meer van hetzelfde” en het idee dat de krijgsmacht organisch en evenredig met het budget kan meegroeien. Maar een toename naar 3% BBP vraagt ook om een realistische aanpak. Als je je alleen laat leiden door wat er militair gezien noodzakelijk is, kom je in de knel met wat er maatschappelijk mogelijk is. De oplossing ligt in meer Europese taakspecialisatie en samenwerking. Er zijn landen die geografisch, demografisch of ruimtelijk beperkt zijn, maar ook landen die dat nog niet zijn. Er zijn landen met een grote defensie-industrie en landen die qua logistiek en digitale infrastructuur al verder zijn Er zijn landen die minder energieafhankelijk zijn omdat ze beschikken over nucleaire energie, zoals Frankrijk en landen die in potentie veel duurzame energie kunnen opwekken, zoals Spanje. Binnen Europa strategische sterktes en zwaktes met elkaar uitwisselen, is uit oogpunt van soevereiniteit en nationale verdediging natuurlijk riskant, maar als Europa voor haar veiligheid op eigen benen wil staan dan is dat de enige weg vooruit. Het is daarom tijd voor een nieuwe defensienota die de eigen groeibeperkingen accepteert, maar optimaal gebruik maakt van wat we wel kunnen en waar we goed in zijn. foto Defensie: Prinses Amalia doopt de Den Helder
door Marcel Hendriks 1 maart 2025
President Trump zet de wereld op zijn kop. Met name Westerse landen maken zich grote zorgen omdat de Amerikaanse president niet langer geïnteresseerd lijkt te zijn in collectieve veiligheid en Westerse waarden. Voor hem zijn het transactionele zaken die geld in het laatje brengen: geen geld, geen Zwitsers. Amerikaanse wapenexport Trump heeft wel gelijk dat Europa meer moet betalen voor haar veiligheid, maar aan zo’n oproep zit altijd een stevig Amerikaans eigenbelang. Amerika is een militaire grootmacht, niet alleen omdat het er veel geld aan uitgeeft, maar ook omdat het sinds mensenheugenis de grootste wapenexporteur ter wereld is. In 2024 ging het om 318,7 miljard dollar aan door Defensie en bedrijven geleverde middelen. Daar wordt goed aan verdiend en drukt ook de kosten van de eigen wapensystemen. Daarenboven koop je ook “invloed” want al die landen die Amerikaanse wapens kopen, blijven nog decennia afhankelijk van kennis en reserveonderdelen. Na het beschamende optreden van Trump tegen Zelensky in The Oval Office , weten we dat die "invloed" zo nodig wordt aangewend om andere landen voor Amerika te laten buigen, ze ermee te chanteren. Amerikaanse olie en gas Ook het gebrek aan energiezekerheid ondermijnt de Europese veiligheid. Nu de Russische brandstoffen in de ban zijn gedaan, wordt het nog afhankelijker van het Midden-Oosten en de Verenigde Staten. Maar Trump gebruikt die afhankelijkheid nu ook als drukmiddel: Europa zou volgens hem eigenlijk verplicht Amerikaans olie en gas moeten kopen om het Amerikaanse handelstekort teniet te doen. Daar komt bij dat Trump een hekel heeft aan duurzame energie. In de Verenigde Staten probeert hij het de nek om te draaien en laat hij niet na om het voortdurend te ridiculiseren. Dat Trump weer aanpapt met Rusland is mogelijk een poging om gezamenlijk optimaal het “fossiele” monopolie uit te buiten. We laten ons te gemakkelijk klemzetten Al sinds jaar en dag probeert Europa de eigen defensie-industrie aan te jagen. Dat is niet gemakkelijk omdat allerlei (Europese) nationale belangen rationalisering van de eigen defensie-industrie in de weg staan. De politiek heeft wel de mond vol van die eigen defensie-industrie, maar tekent vaak te gemakkelijk bij het kruisje bij de aanschaf van nieuwe Amerikaanse wapensystemen. Veiligheid en energiezekerheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Europa is strategisch kwetsbaar omdat het zelf niet over fossiele brandstoffen beschikt. Ook in Nederland zijn er politieke (regerings)partijen die “energiezekerheid” niet serieus nemen en het te vaak verwarren met “klimaatgeneuzel”; dat is rechtstreeks onze tegenstanders in de kaart spelen. Sla terug! Als Amerika Europa forse importtarieven oplegt, kan Europa niet achterblijven. Begin dan met het belasten van Amerikaanse wapensystemen: als waarschuwing dat de liefde niet van een kant kan komen en om de eigen wapenindustrie een duwtje in de rug te geven. Zet bovendien volop in op nucleaire en duurzame energie om ons te bevrijden van machtshongerige Russen, geldbewuste Arabische sjeiks en Amerikaanse dwingelanden. Foto Defensie
door Marcel Hendriks 22 februari 2025
Elke keer als de oorlog in de Oekraïne weer prominent in het nieuws komt, hoor je mensen beweren dat Putin misschien toch een beetje gelijk heeft: dat de NAVO tegen de afspraken in toch verder naar het Oosten is opgeschoven. Dat is juridisch onjuist, selectief en historisch gezien pervers. De Duitse eenwording in 1990 Kort na de verrassende val van de Berlijnse muur op 9 november 1989 nam Bondskanselier Kohl het initiatief en presenteerde hij zijn tienpuntenplan om Oost- en West-Duitsland weer te verenigen. De Westerse leiders stemden na enige aarzeling in, maar Sovjetleider Gorbatsjov wilde aanvankelijk alleen akkoord gaan als dat nieuwe Duitsland uit de EU en de NAVO zou stappen. Het koortsachtige internationale overleg werd gekanaliseerd in het 2 + 4 overleg, Oost en West-Duitsland en de vier oorspronkelijke bezettingsmachten: Amerika, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie. Nadat de Duitse partners de Oder-Neisse grens accepteerden en daarmee afzagen van de vooroorlogse gebieden die nu Pools waren, de eerste vrije verkiezingen in de DDR waarin de Oost-Duitse bevolking Kohls tienpuntenplan omarmden en ruimhartige financiële compensatie voor de Sovjet-Unie, werd het 2 + 4 verdrag gesloten. Op 3 oktober 1990 werden Oost en West-Duitsland weer één land. Na een mislukte poging in augustus 1991 om Sovjetleider Gorbatsjov af te zetten, viel de Sovjet-Unie op 25 december 1991 uit elkaar in vijftien onafhankelijke republieken. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd ook het Warschaupact opgeheven en kregen de voormalige communistische vazalstaten, zoals Polen, hun vrijheid weer terug. Juridisch onjuist en pervers De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, James Baker, heeft toegegeven dat hij had gezegd dat de NAVO niet naar het Oosten zou uitbreiden, maar dat hij daarmee voor zijn beurt had gesproken; blijkbaar zover voor zijn beurt dat dat ook niet in het uiteindelijke 2 + 4 verdrag is opgenomen. Zaten de Sovjetleiders te slapen of vonden ze het uiteindelijk het sop de kool niet waard? Je kunt je sowieso afvragen wat het 2 + 4 verdrag bijna vijfendertig jaar later nog voorstelt, omdat een van de ondertekenaars, de Sovjet-Unie, al in 1991 ophield te bestaan. Dat Rusland zijn recht probeert te halen op basis van een achterhaalde mondelinge toezegging is ook selectief: Rusland mag dan wel tegen de uitbreiding van de NAVO zijn, maar die andere grote ex-Sovjetrepubliek, Oekraïne, wil niets liever dan lid worden van de NAVO. Waarom zou de Russische vijandigheid meer gewicht in de schaal leggen dan de Oekraïense wens onderdeel van het bondgenootschap te willen worden? In de eeuwen waarin Europa was ondergedompeld in godsdienstoorlogen en dynastieke twisten was de Pools-Litouwse dubbelmonarchie een toonbeeld van etnische en religieuze tolerantie. Maar de opkomende wereldmacht Pruisen en het imperialistische Rusland hebben in de achttiende eeuw met vier delingen Polen-Litouwen onder elkaar verdeeld. Na de Eerste Wereldoorlog herleefde Polen als natiestaat, maar het werd in 1939 opnieuw door Duitsland en Rusland veroverd en opgedeeld. Het idee dat de twee hoofdrolspelers in het 2 + 4 verdrag, Duitsland en de Sovjet-Unie, die samen de Polen onnoemelijk veel leed hebben bezorgd, zoveel jaar na de Tweede Wereldoorlog, opnieuw zouden hebben kunnen bepalen wat de Polen wel of niet zouden mogen, is natuurlijk ronduit stuitend. Beweren dat Putin misschien toch een beetje gelijk heeft dat het Westen haar belofte heeft verbroken en daarmee zijn agressie tegen de Oekraïne vergoelijken, is juridisch onjuist, selectief en in het licht van de geschiedenis pervers. Dat dat Russische narratief toch steeds weer opduikt, is indicatief voor de wijze waarop het Kremlin de geschiedenis naar zijn hand probeert te zetten om zo verdeeldheid in het Westen te zaaien. Foto: Ambassade van Oekraïne
door Marcel Hendriks 11 december 2024
foto: Koninklijke Marine Het gebrek aan energiezekerheid ondermijnt onze veiligheid Eind november kondigde Teijin, de producent van de kunstvezel Aramid waarvan ook kogelwerende vesten worden gemaakt, aan de vestiging in Arnhem te sluiten, mede door de hoge energiekosten. De olieraffinaderij van Gunvor in Rotterdam legt de productie stil omdat het niet langer kan concurreren met nieuwe productiefaciliteiten in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. De Europese auto-industrie zit in zwaar weer en vreest de Chinese import van elektrische auto's. Mario Drahgi schreef een lijvig rapport voor de Europese Commissie waarin hij waarschuwde voor de teloorgang van de Europese maakindustrie, mede door de hoge kosten van energie. Tijdens de Coronacrisis werd Europa zich er pijnlijk van bewust dat het te afhankelijk was geworden van goedkope import; dat moest anders en de maakindustrie moest weer terug. Maar het tegenovergestelde dreigt te gebeuren: mede door het niet langer beschikbaar zijn van relatief goedkoop Russisch olie en gas, en de steeds strengere beperkingen aan de uitstoot van schadelijke stoffen. Daarbij komt de zorg dat Trump een veel traditioneler beleid zal voeren ten aanzien van het gebruik van fossiele brandstoffen dan zijn voorganger: "drill baby, drill" , waardoor de energiekloof met de VS nog groter wordt dan die al is. Maar wat doen we eraan? Weer terugvallen op Russische afhankelijkheid en daarmee de oorlogen die het voert, betalen? De aan de industrie opgelegde beperkingen schrappen en de uitstoot van gevaarlijke stoffen accepteren? De belastingen en accijnzen op fossiele brandstoffen afschaffen en de staatsschuld verder laten oplopen? Doorgaan of stoppen met het investeren in wapensystemen die nog méér brandstof gebruiken dan de systemen die ze vervangen. Moeilijke keuzes en al helemaal voor het kabinet Schoof. Er is wel een minister van Klimaat en Groene Groei, mevrouw Hermans (VVD), maar die krijgt vooralsnog weinig ruimte van de drie andere coalitiepartijen NSC, PVV en BBB. Vol inzetten op alternatieven voor fossiele brandstoffen Onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen ondermijnt onze economie en maakt ons strategisch kwetsbaar. Voor onze veiligheid hebben niet alleen een sterke krijgsmacht nodig, maar moeten we Europa ook energieonafhankelijk maken. Dat gaat nu veel te traag door tegenwerking van de fossiele industrie en haar surrogaten, én de milieuorganisaties die zich te veel aan illusoire oplossingen vastklampen; een merkwaardig monsterverbond. Het kabinet Schoof moet "vechten" voor onze energiezekerheid en veiligheid door; vol in te zetten op duurzame energie en de elektrische infrastructuur die daarvoor nodig is; het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen opdat duurzame energie daarmee beter kan concurreren; de nog beschikbare kleinere gasvelden voor (veilige) exploitatie open te stellen; nucleaire energie voor energieopwekking en transportmiddelen te faciliteren en te ondersteunen. Dat zal niet gemakkelijk zijn en mogelijk ook een tijdelijke terugval in de welvaart veroorzaken. Maar het afkomen van onze verslaving aan fossiele brandstoffen is om meerdere redenen de enige weg die langdurig veiligheid en welvaart mogelijk maakt.
door Marcel Hendriks 28 oktober 2024
Putin gebruikt klimaatverandering als wapen Er zijn verstandige mensen die erop wijzen dat klimaatverandering niet alleen veel materiële en economische schade zal veroorzaken, maar ook een serieus veiligheidsrisico gaat worden. Landen komen tegenover elkaar te staan op zoek naar zoet water, energie en schaarse grondstoffen. Waar sommige delen van de wereld dor en onbewoonbaar worden, zullen andere streken, tot nu toe van weinig interesse zoals arctische gebieden, geopolitiek aan belang winnen. Nu nog vruchtbare delta’s zullen door zeespiegelstijging verdwijnen. Voor mensen die denken dat het allemaal wel meevalt met klimaatverandering als veiligheidsrisico, is de BRICS bijeenkomst – de vergadering van opkomende economieën – die recentelijk in Moskou plaatsvond, hopelijk een openbaring, namelijk dat Rusland klimaatverandering als wapen tegen het Westen inzet. Volgens president Putin is “klimaatverandering” een neokoloniaal instrument dat het Westen inzet om de rest van de wereld haar wil op te leggen: het Westen dwingt arme landen dure nieuwe technologie te kopen in plaats van goedkope (Russische) kolen te importeren. Is het alleen triomfantelijke retoriek van een in de verdrukking zitten dictator die zich weer even in het middelpunt van de belangstelling weet? Nee, het is niet alleen een poging om de rest van de wereld tegen elkaar op te zetten, maar vooral een poging om de energietransitie te dwarsbomen. Rusland heeft er alle belang bij om kolen, olie en gas naar de rest van de wereld te blijven exporteren om zo haar oorlogen te kunnen blijven financieren. Daar komt bij dat klimaatverandering de exploratie van grote delen van Siberië vergemakkelijkt wat ook weer extra geld in het laatje brengt. Er zit nog een andere luguber kant aan Putins gebruik van klimaatverandering als wapen. Deze zomer was het in India op sommige plaatsen drie weken boven de 50 graden Celsius, met de voorspelling van deskundigen dat dat in de toekomst steeds vaker gaat gebeuren. Delen van de wereld waar nu nog miljoenen mensen wonen, worden dan onleefbaar met grote emigratiegolven tot gevolg. Putin c.s. weten hoe emigratie het Westen ondermijnt en gebruiken vluchtelingen nu al als wapen. Ze zullen er geen been in zien om de miljoenen klimaatvluchtelingen naar het Westen te drijven, is het niet goedschiks dan kwaadschiks. Ook in Nederland vindt Putin navolgers. In Nederland maakt de minister van Klimaat, mevrouw Hermans, zich terecht zorgen omdat de klimaatdoelen 2030 niet worden gehaald. Nu is dat op zich best een uitdaging, maar al helemaal als allerlei sectoren, belanggroepen en zelfs ministeries het halen van die doelen ondermijnen. Het helpt ook niet als twee coalitiepartijen, PVV en BBB, de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan onzin vinden of menen dat het wel een tandje minder kan. Naast het immigratiedossier dreigen deze partijen nu “klimaatverandering” als wapen in te zetten: om eigen economische belangen te beschermen de energietransitie afschilderen als een instrument van de elite om de kleine man kort te houden. De veiligheidsdiensten waarschuwen keer op keer voor de Russische hybride oorlogsvoering: het Westen van binnenuit ondermijnen door de maatschappelijke tegenstellingen aan te wakkeren. Ze zijn daar succesvoller in dan wij willen geloven, wij hebben nu in de regering immers al partijen die klimaatverandering onbeschroomd als politiek wapen inzetten.
door Marcel Hendriks 12 augustus 2024
Hoe bemannen we onze toekomstige fregatten? Alom zijn er zorgen over hoe we de huidige en toekomstige marineschepen voldoende kunnen bemannen. De Koninklijke Marine wil daarom nieuwe schepen met een kleinere bemanning laten varen. Dat is natuurlijk verstandig, maar alleen zinvol als de werklast aan boord navenant vermindert. Zo niet, dan loop je het gevaar het paard achter de wagen te spannen. Wordt de werkdruk aan boord te hoog, dan zal dat de uitstroom aanjagen met als gevolg een nog zwaardere belasting voor de mensen die overblijven, een vicieuze neerwaartse spiraal. Wat zijn de mogelijkheden om de werkdruk voor de (platform) technische dienst aan boord van fregatten te verminderen? Ruwweg bestaat het werk uit, bedienen van installaties, planmatig onderhoud en correctief onderhoud. Het bedienen van installaties Als het gaat om het bedienen van de installaties is er de afgelopen decennia veel bereikt. Van grotendeel handmatige bediening in ketelruimen en machinekamers, naar technische centrales, naar gedeeltelijk bediening vanaf de brug, heeft automatisering veel werk overgenomen. Hoeveel daar nog vanaf kan, is de vraag, want bij noodsituaties en tijdens oorlogswacht c.q. gevechtswacht is gespecialiseerd personeel nodig om snel en adequaat in te kunnen grijpen. Planmatig en incidenteel onderhoud Nu de juiste keuzes maken in het rationaliseren van de platformtechnische installaties zal de toekomstige inzet waarborgen. Enige mogelijkheden om de werklast te verminderen, zijn hieronder kort weergegeven. Fregatten maken al decennia gebruik van kruisvaart, hoofdvaart combinaties: aparte machines zijn nodig om het grote verschil te overbruggen tussen transitsnelheid (+/- 15 knp) en maximale vaart (+/- 30 knp). Maar het gebruik van een kruisvaart, hoofdvaart combinaties vereist het gebruik van twee verschillende prime movers (dieselmotor en gasturbine), toepassing van grote, complexe tandwielkasten en koppelingen, en variabele spoed installaties. Door de maximale snelheid te verminderen, worden hoofdvaartmachines, complexe tandwielkasten en aanverwante systemen overbodig. Marineschepen hebben traditioneel twee schroefassen, waar de koopvaardij meestal met één schroef vaart. Maar als de maximale vaart lager wordt, zou mogelijk met één vaste schroef kunnen worden volstaan. Dat is energie-efficiënter en bespaart veel installaties, kosten en werk. Voor noodgevallen zou gebruik kunnen worden gemaakt van een uitvoerbare azipod-installatie. Marineschepen hebben naast hun elektrische boordnet, nog twee "kracht" netwerken: het HD-luchtleidingennet en het hydraulieksysteem. Twee complexe systemen die onderhoud vragen en kwetsbaar zijn voor schok en schade. Het overbodig maken van deze systemen door gebruik te maken van hoogwaardige elektrische componenten en accentuaters zal de werklast verminderen. De mate van planmatig onderhoud kan grof worden beoordeeld op het aantal installed and/or runnig cilinders. Door een dieselelektrisch krachtbron die zowel (gedeeltelijk) de voortstuwing als het boordnet voedt, kan van acht prime movers aan boord van de huidige fregatten (2 GTs, 2 voortstuwingsdiesels, 4 DGENs) worden teruggegaan naar minder. Incidenteel onderhoud wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door falende mechanische overbrengingen: tandwielkasten, koppelingen, stuwblokken, draaglagers, schotdoorvoeringen, VSI. Wanneer voor een dieselelektrische krachtbron wordt gekozen voor voortstuwing en boordnet, verschuift het accent van een mechanische voortstuwing naar een doorgaans minder risicovolle elektrische bedrijfsvoering. Het ASW-fregat Het eerste nieuwe fregat waar op structurele wijze de werklast teruggedrongen kan worden, door het rationaliseren van de installaties, is het ASW-fregat. In Het anti-submarine warfare fregat (marineblad 4-2024) gaan LTZ 1 TD Van 't Hart en KTZ TD Walraven uitgebreid in op het platform, waaronder voortstuwing en energieopwekking. De nieuwe ASW-fregatten krijgen een CODLAD voortstuwing: CODLAD staat voor combined diesel electric and diesel . Tot 15 knopen worden de schroeven aangedreven door elektromotoren, daarna nemen de twee voortstuwingsdiesels het over. Vanaf 23 knopen tot hoge vaart die tenminste 25 knopen moet zijn, drijven zowel de dieselmotoren als de elektromotoren beide assen aan. In totaal krijgt het ASW fregat 6 prime movers ( 2 voortstuwingsdiesels en 4 DGENs) Nieuw is ook dat de E-motoren ook een Power-Take-Off (PTO) functionaliteit hebben. Wanneer de voortstuwingsdiesels de assen aandrijven, werken de E-motoren als generatoren om het boordnet te voeden: de dieselgeneratoren hoeven dan niet te draaien, dat vermindert het aantal running cilinders, en dus onderhoud. Met het toepassen van een CODLAD-voortstuwing voor een fregat met een waterverplaatsing van 6400 ton, zet de Koninklijke Marine een stap waar andere marines nog niet aan toe zijn. Het vermindert de werklast en is energie-efficiënter dan traditionele kruisvaart, hoofdvaart combinaties. Misschien nog niet wat er allemaal mogelijk is, maar hopelijk wel de aanzet om in de toekomst de werklast verder te verminderen, tevens bij te dragen aan het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen: beleidsmatig 70% in 2050. Kiezen of delen Traditioneel zijn de operationele eisen terecht altijd leidend geweest. Maar als de Mozes niet naar de berg komt, moet de berg naar Mozes komen. Je kunt niet de bemanningssterke, met name het schaars beschikbaar technisch personeel, blijven inkrimpen, en tegelijkertijd vasthouden aan de platformtechnische installaties zoals je die gewend bent. Het is kiezen of delen, of anders eindig je steeds vaker met opgelegde, niet-inzetbare schepen, doodzonde. Defensie: artist impression van het nieuwe ASW-fregat
door Marcel Hendriks 28 juni 2024
Wapenliefde en een oud wereldbeeld In Opinie & Debat in de Volkskrant (27 juni 2024) staat het artikel " Defensie is een departement vol wapenliefde en met een oud wereldbeeld" . De auteur, Jan Willem Honig, hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie, verwijt Defensie zich blind te staren op de oorlog in de Oekraïne en te weinig te investeren in de intellectuele denkkracht voor nieuwe veiligheidspolitieke uitdagingen, het blijft steken in conventionele bewapening. Van "oud denken" is zeker sprake als gaat om klimaatverandering en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Tien jaar geleden probeerde minister Hennis dat oude denken te doorbreken met de Operationele Energiestrategie (OES, 2014). Maar ze had haar hielen nog niet gelicht of Defensie probeerde weer terug te roeien. Hoe Defensie de eigen klimaatdoelen ondermijnde. Allereerst door operationele energie en het energiegebruik voor de vredesbedrijfsvoering beleidsmatig samen te voegen, en zich daarna vooral bezig te houden met dat laatste. Waren er in de OES nog ambities om in 2030 minder afhankelijk te zijn (fossiele) brandstoffen, in de Defensie Energie en Omgevingsstrategie (DEOS, 2019) waren die ambities weer verdwenen. Bijna zonder uitzondering zijn er de afgelopen jaren nieuwe wapensystemen ingevoerd die méér diesel, scheepsbrandstof, kerosine gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen; systemen die dertig, veertig jaar mee moeten gaan. Als grootste gebruiker van fossiele brandstoffen bij de overheid zegde staatsecretaris Visser de Tweede Kamer toe jaarlijks het verbruik te rapporteren. Dat heeft Defensie ook een paar jaar gedaan, maar is daar zonder opgave van reden weer mee opgehouden. Als daar in een WOO-verzoek naar wordt gevraagd, wordt daar min of meer leugenachtig op geantwoord. Wellicht komt er meer duidelijkheid bij een gelijksoortig WOO-verzoek naar het verbruik over 2023. Kilowatten zijn de kogels van de toekomst De oorlog in de Oekraïne maakt meer geld voor Defensie noodzakelijk, en goed dat er ook komt; maar het moet wel verstandig worden besteed. Belangrijk toetssteen bij nieuwe investeringen is de onderkenning dat kilowatten de kogels van de toekomst zijn: high-tech, high-energy wapens leggen het af tegen high-tech, low-energy wapens. Rusland probeerde, vooralsnog tevergeefs, het olie-en gaswapen tegen het Westen in te zetten, Rusland en de Oekraïne proberen elkaars energie-infrastructuur uit te schakelen: kilowatten bepalen uiteindelijk in hoge mate de uitkomst van dit, en toekomstige conflicten. Brengt Schoof 1 nieuwe denkkracht? Mankeert er wat aan de intellectuele denkkracht bij Defensie, ja helaas wel? Gaan de nieuwe bewindslieden van Schoof 1 de zaak wat dat betreft een beetje opschudden? De nieuwe staatssecretaris is als het gaat om nieuwe veiligheidsuitdagingen helaas van het "oude denken". In een artikel in Nieuwe Oogst pleitte hij onlangs voor het afschaffen van klimaatdoelen (en het navenant terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen), omdat dat onze maakcapaciteit zou ondermijnen en daarmee onze militaire veiligheid zou schaden. Dat nadrukkelijk tegen elkaar zetten van klimaatdoelen en militaire veiligheid is onnodig en dom. Wij wensen de nieuwe bewindslieden veel wijsheid bij hun zware, moeilijke, maar belangrijke taak. Foto: Defensie
door Marcel Hendriks 17 april 2024
Nieuwe Oogst is een weekblad van een aantal boeren- en tuindersorganisaties. Het had op 5 april een opinieartikel over “Geopolitiek”. Daar kun je wat geamuseerd je wenkbrauwen over ophalen, ware het niet dat het is geschreven door twee prominente BBB-politici: Gijs Tuinman, Tweede Kamerlid en wellicht de toekomstige minister van Defensie, en Sander Smit, lijsttrekker bij de aanstaande Europese verkiezingen. De strekking van hun opinie is dat Nederland af moet van klimaathobby’s, en van Haagse en Brusselse dwang om klimaatdoelen te halen. Dat is volgens de auteurs nodig om onze maakindustrie, mkb-bedrijven en voedselmakers te beschermen, en om daarmee Nederland geopolitiek relevant te houden; belangrijk in een steeds onveiliger wereld. Nu kun je met recht en reden vraagtekens zetten bij richting en snelheid van de energietransitie en zorgen hebben over onze veiligheid, maar de wijze waarop de auteurs beide zaken aan elkaar proberen te knopen, en tegenover elkaar proberen te zetten, roept vraagtekens op. Energiezekerheid De auteurs wijzen terecht op Rusland en Iran als stokebranden die al decennia met hun oorlogszucht het Westen proberen te destabiliseren. Op zich kleine economieën die ons kunnen blijven tarten met het geld dat ze verdienen aan onze fossiele verslaving. Tuinman en Smit onderkennen dat die afhankelijkheid het Westen kwetsbaar maakt, maar dat is volgens BBB vooral de schuld van hen die in het verleden hebben nagelaten voor een gezonde energiemix te zorgen. Ze wijzen op de Verenigde Staten die het afgelopen decennium er wel in zijn geslaagd om energieonafhankelijk te worden. Ze schrijven er niet bij dat de VS zelf nog over enorme olie- en gasvoorraden beschikken, en Europa niet. De auteurs maken zich druk over onze afhankelijk van fossiele brandstoffen, maar zijn tegen de inspanningen om gas- en olie uit te faseren. Die ongerijmdheid wordt verbloemd met een hoop gemopper en gejeremieer over de energietransitie. Voedselzekerheid De auteurs benadrukken, terecht, de kracht van Nederland als voedselproducent, en wijzen op het gebrek aan voedselzekerheid als aanjager van chaos en onveiligheid; dus even geen tijd voor klimaatgedram dat die Nederlandse voedselproductie in de weg kan staan. Maar oud-landmacht militair Gijs Tuinman moet toch ook het boek De Klimaatgeneraal van zijn oude baas Tom Middendorp hebben gelezen, waarin die uitlegt dat klimaatverandering, door extreme hitte en droogte, de voedselvoorziening in grote delen van de wereld in gevaar brengt, en daarmee ook onze veiligheid bedreigt. Dat probleem ga je echt niet oplossen door hier in Nederland nog beter te boeren. Retoriek Los van de inhoudelijke discussie, stoort de retoriek van de auteurs: “… kortzichtige en dubbele agenda’s van zittende politieke elites in Den Haag en Brussel richting het Nederlandse bedrijfsleven: krimp, onteigening, verplaatsing en gedwongen herverdeling.” Dat soort taal is koren op de molen van Farmers Defence Force c.s. die vervolgens Nederland weer met hun tractoren platleggen. De auteurs richten hun pijlen wel op Extinction Rebellion, maar voeden met hetzelfde gemak hun agressieve tegenpolen. De energietransitie is onvermijdelijk en onafwendbaar. Dat moet zorgvuldig gebeuren om te voorkomen dat we het kind met het badwater weggooien. Maar de wijze waarop Gijs Tuinman en Sander Smit klimaatveiligheid en geopolitieke veiligheid tegenover elkaar proberen te zetten, baart zorgen: het is onnodig, en gemakzuchtig de achterban naar de mond praten. Nieuwe Oogst: Geopolitiek besef ontbreekt in het klimaatdebat foto: Defensie
door Marcel Hendriks 1 maart 2024
Op 1 maart heeft Defensie de zogenaamde A-brief "Vervanging LCF-fregatten" naar de Kamer gestuurd. Defensie wil de huidige vier fregatten vervangen en geeft op hoofdlijnen informatie over de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte, de bewapening en de verwervingsstrategie. Opvallend is dat er nog geen significante stap is gezet in het kader van de Northern Naval Capability Cooperation. In 2020 hadden Duitse en Nederlandse bewindslieden daar nog wel een Letter of Intent over getekend. Wat voor soort schip het gaat worden qua grootte, snelheid en bemanning is nog onduidelijk. Wel dat er zal worden ingezet op bemanningsreductie, en verder een "non committal" zinnetje dat het schip duurzaam zal zijn voor zover de operationele eisen dat toelaten. Gelet op de grote uitdagingen met betrekking tot de energietransitie en de beschikbaarheid van voldoende bemanningen, is dat wel erg karig. Als je daar in dit stadium niet over nadenkt en rapporteert, dan doe je de Kamer en Nederland tekort. Dan loop je de kans dat je straks achter de feiten aanloopt. Om die discussie op gang te helpen, een bijdrage "Scheepsvoortstuwing voor dummies". Verschil tussen koopvaardijschepen en marineschepen Koopvaardijschepen worden ontworpen voor een dienstsnelheid: de vaarsnelheid waarmee goederen het energie-efficiënts van A naar B worden vervoerd. Marineschepen varen meestal net boven de optimale vaarsnelheid (de snelheid waarmee met de minste brandstof de meeste mijlen worden afgelegd). Maar naast die optimale vaarsnelheid, circa 13 knopen, is er soms een operationele noodzaak om veel harder te varen, tot wel 30 knopen. Dat telt aan, want om twee keer sneller te varen, is acht keer meer vermogen nodig. Door het grote verschil tussen optimale vaart en maximale vaart, is de energie-efficiency van marineschepen over het hele vaarprofiel dan ook aanzienlijk minder dan bij koopvaardijschepen met dezelfde waterverplaatsing. Om bij maximale vaart dat enorme vermogen in het water te krijgen, is een schroef nodig met een diameter die eigenlijk niet past onder een relatief klein schip als een fregat. Marineschepen hebben daarom, in tegenstelling tot koopvaardijschepen, altijd twee schroeven. De kleinere diameters passen beter bij de scheepsomvang, en verbeteren de "overall" energie-efficiency: dat laatste door bij economische vaart op één as te varen en de andere "trailend" te maken. Daarnaast verbetert het gebruik van twee assen/schroeven de redundantie, en is ook wel zo gemakkelijk bij het manoeuvreren. Hoofdvaart en kruisvaart Om dat enorme verschil in vermogensvraag aan te kunnen, maken marineschepen al decennia gebruik van kruisvaart-hoofdvaart combinaties: kruisvaart voor normale vaart en hoofdvaart als snelheid gevraagd wordt. Configuraties die van elkaar worden onderscheiden door afkortingen zoals COGOG (combined gas or gas) zoals voor de GW- en S-fregatten en CODOG (combined diesel or gas) zoals voor M- en LCF-fregatten. Het OPV maakt gebruik van een CODLOD (combined dieselelectric or diesel) opstelling. Maar er zijn meer combinaties beschikbaar en gangbaar. Gemiddeld zullen de kruisvaartmachines circa 80% van de vaartijd voor hun rekening nemen, en de hoofdvaartmachines de rest. Viertakt, tweetakt en gasturbines Binnenvaart, kustvaart en marines maken gebruik van viertakt dieselmotoren. De viertakt heeft in- en uitlaatkleppen en bij elke twee omwentelingen per cilinder één arbeidsslag. Het vermogen dat een viertakt kan leveren, hang af van het aantal cilinders, het slagvolume per cilinder en het toerental. Door versnellingskrachten, torsiekrachten, en de temperaturen waaraan de kleppen worden blootgesteld, zit er aan een viertakt scheepsdieselmotor een praktisch maximum van 20MW. Om een fregat van 5000+ ton met 25 knp+ te laten varen, is circa 40 MW nodig. Dat kan theoretisch ook met een tweetakt dieselmotor: er zijn machines met méér dan 80 MW. Een tweetakt dieselmotor heeft geen kleppen maar in- en uitlaatpoorten, en bij élke omwenteling één arbeidsslag. In theorie kan een tweetakt machine daarom, met hetzelfde slagvolume en toerental, tweekeer meer vermogen leveren dan een viertakt machine. Maar in de praktijk zijn tweetakt motoren te groot en te zwaar om in een relatief klein schip als een fregat te worden geplaatst. Marineschepen maken daarom voor hoofdvaart gebruik van gasturbines. Die zijn minder energie-efficiënt dan dieselmotoren, maar zijn ongeëvenaard als het gaat om de vermogen/gewicht, en de vermogen/volume verhouding. Waar kolossale tweetakt dieselmotoren honderden tonnen wegen, wegen gasturbines slechts tientallen tonnen en hebben ze een "zeecontainer" omvang. Vaste schroeven en variabele schroeven Een gasturbine heeft moeite om aan een stilstaande as met vaste schroef, te koppelen. Bij laag vermogen gaat er al teveel lucht door de gasturbine - vandaar het gebruik van een bleed-off-valve - , maar die luchtstoom kan geen kant op als de krachturbine na het inkoppelen relatief bijna stilvalt. De gasturbine kan/zal afvallen. Om dat te voorkomen, hebben schepen met gasturbines scheepsschroeven met een variabele spoed. Bij het inkoppelen staan de bladen in "nul" stand en kunnen krachtturbine en as met relatief weinig vermogen snel aanspinnen. De luchtstroom door de turbine blijft dan min of meer intact. Als bij het wegvaren meer vermogen nodig is, dan zorgt de VSI ervoor dat de bladen worden uitgestuurd naar een spoed van circa 35 graden. Dieselelektrisch, en nucleaire voortstuwing Behalve kruisvaart-hoofdvaart combinatie zijn er nog twee mogelijkheden. Een geheel dieselelektrisch voortstuwing/licht-kracht installatie is energie-efficiënt, maar zal een groot beslag op het onderwaterschip leggen. Niet alleen omdat meerdere grotere (en kleinere) viertakt dieselgeneratoren nodig zijn, maar er ook ruimte nodig is voor de Tier III katalysatoren en de hoogspanningsruimtes. De kolossale voortstuwingselektromotoren zullen veel ruimte en gewicht in het achterschip nodig hebben. Er zijn weliswaar geen tandwielkasten nodig, maar dat zal de extra ruimte/gewicht beslaglegging niet teniet doen. Met nucleaire voortstuwing maakt de Marine zich minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en draagt het ook bij aan eigen en nationale doelstellingen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar de thermische (kern) energie moet dan nog wel met een stoominstallatie in vermogen worden omgezet. Dat kan technisch, is immers meer dan honderd jaar gedaan, maar is wel complex in vergelijking met diesel en gasturbine. Die gebruiken immers lucht als werkzaam medium - kwestie van aanzuigen en uitblazen -, terwijl een stoominstallatie in een gesloten systeem water/stoom als werkzaam medium gebruikt. Kosten en bemanningen . Huidige marineschepen hebben grote en complexe voortstuwingsinstallaties. Gasturbines, grote one-off tandwielkasten, zelf synchroniserende koppelingen en VSI-installaties worden bijna uitsluitend door marines gebruikt. Ze zijn daarom duur, niet alleen bij de verwerving, maar ook in het gebruik, onderdelen, brandstof- en opleidingskosten; geld dat dan niet beschikbaar is voor andere belangrijke dingen. Praten over verdere reductie van de bemanning is wensdenken, vooral wanneer het gaat om technisch personeel. De huidige complexe voortstuwingsinstallaties vergen nu eenmaal handjes, voetjes en koppies. Als je de huidige complexe installaties niet rationaliseert, loop je het risico dat de techneuten die er nu nog zijn, in de toekomst nog sneller weglopen. Door in de A-brief niet structureel over de stootkussen van de toekomst na te denken, te weten energietransitie en bemanningen, loop je het risico dat er in de toekomst ook (weer) schepen tegen de kant moeten. Dat is, daar zijn we het allemaal over eens, doodzonde. foto: defensie
door Marcel Hendriks 29 januari 2024
Nederland gaat haar vier LCF-fregatten vervangen. Bij het nadenken over de toekomstige vloot zullen westerse marines steeds vaker aanlopen tegen twee 'stootblokken', namelijk hoe verminderen we het gebruik van (fossiele) brandstoffen en waar halen we de bemanningen vandaan. Defensie staat aan de vooravond van de vervanging van haar vier LCF-fregatten en zal zich dat dus ook afvragen. Naar het zich nu laat aanzien, beweegt Nederland zich voor het Future Air Defenders fregat (FUAD) richting een Duitse model. Maar is er ook nog ruimte voor een alternatieve Nederlandse oplossing? In februari zal Defensie met een A-brief duidelijkheid scheppen. Een Duitse model Duits-Nederlandse samenwerking staat terecht al lang hoog op de politieke agenda. In het verleden is die samenwerking succesvol geweest en Damen Schelde Naval Shipbuilding heeft momenteel de leiding over de bouw van de Duitse MKS-fregatten. Als Nederland voor het FUAD aansluit bij een Duitse model wordt het een schip met een erg grote waterverplaatsing (circa 10.000 ton) en een schip met een maximale vaart van 25-plus knopen. Dat vraagt om een grote, dure, gecompliceerde en veel brandstof gebruikende voortstuwinginstallatie. Bovendien is daar relatief veel technisch (platform) personeel voor nodig. Kiezen voor een Duitse model is een veilige oplossing in de zin dat het voortborduurt op bestaande concepten, maar dan een stuk groter. Maar is ook perspectiefloos omdat het onvoldoende rekenschap geeft van de stootblokken, fossiele brandstoffen en bemanningen. Alternatief Nederlands model Als die stootblokken, fossiele brandstoffen en bemanningen, serieus genomen worden dan zijn kleiner schepen met een beperkte maximale vaart onontkoombaar. Ontwerp daarom een Nederlands alternatief van circa 4500 ton (huidige M-fregat) met een maximale vaart van 25-min knopen. Voorzie het van een diesel-elektrische krachtbron die één as aandrijft - bijna alle koopvaardijschepen en onderzeeboten varen de wereld rond met maar één as. Voorzie het één as fregat desgewenst met een uitvoerbare Azipod voor geval van nood. Een dergelijk alternatief is goedkoper, heeft minder technisch (platform) personeel nodig en gebruikt misschien maar de helft van de brandstof van het huidige LCF-fregat. Kiezen voor een dergelijke oplossing is riskanter dan het Duitse model want er wordt van gebaande paden afgeweken. Mogelijke zorgen over operationele aspecten (opereren in een taakgroep) moeten worden geïnventariseerd en zo nodig in bondgenootschappelijk verband worden weggenomen. Maar het opent binnen de stootblokken, fossiele brandstoffen en bemanningen, wel perspectief op méér fregatten dan de huidige voorziene een-op-een vervanging. Een marine met een paar grote schepen, of een marine met veel meer kleinere schepen? Het grote voordeel van het Nederlandse alternatief ten opzichte van de Duitse oplossing is dat er binnen de stootblokken (brandstoffen, bemanningen) meer eenheden mogelijk zijn. Had de Marine in de jaren negentig nog 14 fregatten, nu heeft het er nog maar 6. Die numerieke zwakte breekt Nederland op nu maritieme capaciteit meer dan ooit wordt gevraagd. Nederland verkoopt tegenwoordig 'nee' als er een bijdrage nodig is, en in de West is al enige tijd geen stationschip beschikbaar. Kies daarom voor het FUAD voor een Nederlandse alternatieve oplossing. Beter een marine met meer kleinere capabele eenheden dan een Marine met een paar grotere, met te weinig toegevoegde waarde. foto: Defensie

De bewoners van kasteel Beerenstein krijgen in 1991 te maken met een paar onopgehelderde en geruchtmakende zaken: de RaRa-aanslagen op staatssecretaris Aad Kosto, de vrijmetselaarsloge P2 en de Gladio-wapenvoorraden. Defensie schiet de bewoners te hulp, maar dat helpt ze van de regen in de drup; historische fictie met een knipoog. Onder andere te bestellen bij boek-scout, bol.com online en de reguliere boekhandel.

 Cartoon Henk Boomstra

Defensie komt met een Roadmap Energietransitie


Defensie heeft een Roadmap Energietransitie Operationeel Materieel gepubliceerd. Bedoeld om oplossingen te verkennen om tot fossiel onafhankelijk militair materieel te komen.


3 februari 2023

E-Fennek klaar voor beproevingen


Defensie heeft een Fennek verkenningsvoertuig  geëlektrificeerd. De oude dieselmotor en aandrijflijn zijn eruit gehaald en vervangen door een batterijpakket en elektromotor. Het nieuwe voertuig zal de komende maanden uitgebreid worden beproefd en getest. Lees het artikel in  https://magazines.defensie.nl/materieelgezien/2022/10/elektrische-fennek-rijdt   


6 januari 2023


 Cartoon  Henk Boomstra

Kleine elektrisch sleepboten voor de Marine


De Marine heeft drie grote dieselelektrische sleepboten om schepen te helpen bij het afmeren en ontmeren. Daar komen drie kleine, geheel elektrische sleepboten bij voor het werk in de haven: pontons verplaatsen, sloepen overvaren e.d. Met de introductie van geheel elektrische sleepboten wordt Defensie weer een beetje minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. 


16 november 2022

Met dank aan Henk Boomstra

Hull Vane voor Zr. Ms. Groningen


De firma Hull Vane heeft zijn eerst onderwaterspoiler aan Defensie geleverd. Deze zal later dit jaar aan Zr.Ms. Groningen worden bevestigd. Dat verbetert de zeegaande eigenschappen van het schip en vermindert het brandstofverbruik met circa 12%.


9 juni 2022

Share by: